De borg behoort automatisch door de verhuurder te worden terugbetaald op het moment dat de woning in goede staat wordt afgeleverd bij vertrek van het gehuurde. Over de vraag of de woning in goede staat is achtergelaten, kan een meningsverschil ontstaan tussen u (de huurder) en de verhuurder. Let daarom op het volgende:

• Is er sprake van een opnamestaat? Een opnamestaat is een beschrijving waarin wordt opgenomen wat de staat is van de woning op het begin van de huurovereenkomst. 
  • Zo ja? Dan wordt aan de hand van de opnamestaat beoordeeld of de woning in dezelfde staat is achtergelaten als op het moment dat u, de huurder, de woning betrok. Hierbij moet u aandacht besteden aan het volgende: 
    • Normale slijtage hoeft u niet te herstellen; schade door u aangebracht, moet u wel herstellen.
    • Wanneer in uw huurovereenkomst afspraken staan over de oplevering van de woning, dient u zich hieraan te houden.
    • Wanneer u veranderingen heeft aangebracht met toestemming van de verhuurder, hoeft u deze niet terug te brengen naar de oude staat.
    • Wanneer u veranderingen heeft aangebracht zonder toestemming van de verhuurder, moet u de veranderingen terugbrengen naar de oude staat zoals opgenomen in de opnamestaat. 
  • Zo nee? In deze situatie moet eveneens de woning in dezelfde staat zijn als bij het begin van de huurovereenkomst. 
    • Is de huurovereenkomst aangegaan vóór 1 augustus 2003, dan dient u (de huurder) te bewijzen dat de woning niet in dezelfde staat verkeert als op het moment dat u het gehuurde betrok.
    • Is de huurovereenkomst aangegaan na 1 augustus 2003, dan dient de verhuurder te bewijzen dat de woning niet in dezelfde staat verkeert als op het moment dat u (de huurder) het gehuurde betrok.
    • Wanneer u veranderingen aangebracht heeft, geldt hetgeen hier bij de vorige vraag over gezegd is eveneens.  

Stappenplan opzeggen huur en het daarna terugkrijgen van de borg:

Doorloop bij het opzeggen van de huur en het daarbij terug willen krijgen van uw borg het volgende stappenplan:

1. Zeg de huurovereenkomst schriftelijk en aangetekend op, met inachtneming van de opzegtermijn. Deze termijn staat in uw huurovereenkomst.
2. Maak een afspraak met de verhuurder voor inspectie van de woning.
3. Wanneer er gebreken bestaan: dient de verhuurder, in overleg met u (de huurder), schriftelijk vast te leggen binnen welke termijn u de gebreken dient te herstellen. 
4. Wanneer er gebreken bestaan: herstel de gebreken binnen de gestelde termijn. Maak opnieuw foto’s van de herstelde schade.
5. Meld het herstel schriftelijk en verzoek hierbij tevens om teruggave van de borg. Stel daarbij een redelijke termijn, bijvoorbeeld twee weken. 

Borg terugvorderen

Het is tijd voor juridische stappen wanneer (1) de woning in orde is en de verhuurder weigert de borg terug te geven of (2) wanneer de verhuurder niet reageert op uw brief die u heeft gestuurd nadat u alle gebreken heeft hersteld. U kunt de borg dan terugvorderen op grond van onverschuldigde betaling. Dit doet u via het volgende stappenplan. 

1. U dient de verhuurder eerst een ingebrekestelling (aanmaning) te sturen. Dit is een soort van laatste herinnering, waarin u de verhuurder een termijn (meestal twee weken) stelt om de borg alsnog aan u terug te betalen. U geeft hierbij ook aan dat u verdere stappen zult ondernemen als de verhuurder blijft weigeren de borg terug te betalen.
2. U kunt naar de kantonrechter wanneer dit niet het gewenste resultaat oplevert. De kantonrechter bekijkt dan of de verhuurder de borg inderdaad moet terugbetalen. Is dat het geval? Dan kunt u met de uitspraak van de rechter naar een deurwaarder. Een deurwaarder kan de verhuurder op allerlei manieren dwingen om de borg alsnog te betalen.

In het Burgerlijk Wetboek (BW) is wettelijk bepaald voor welke soort herstellingen of reparaties aan een woning de verhuurder aansprakelijk is. Voor een aantal gebreken is de verhuurder niet aansprakelijk:

• een aan de huurder toe te rekenen omstandigheid;
• een feitelijke stoornis door een derde, niet-medehuurder. Denk
  bijvoorbeeld aan overlast van een terras;
• een tekortkoming van het gehuurde waarvan het herstel onmogelijk is of niet te eisen uitgaven vergt;
• een tekortkoming van het gehuurde waarvoor de huurder aansprakelijk is;
• een tekortkoming van het gehuurde waarvan het herstel krachtens artikel 7:217 BW voor rekening van de huurder komt. 

Vooral het laatste punt is van belang, omdat daaruit de verplichtingen van de huurder blijken. Bij artikel 7:217 BW gaat het om kleine herstellingen. In het Besluit kleine herstellingen is vastgelegd dat kleine herstellingen door de huurder uitgevoerd moeten worden en ook voor rekening van de huurder komen. Op de site van de Rijksoverheid is een handige overzichtstabel te vinden waarin voor enkele werkzaamheden staat aangegeven voor wiens rekening die komen (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/woning-huren/vraag-en-antwoord/welke-kosten-zijn-voor-de-huurder-en-welke-voor-de-verhuurder). Als vuistregel kan gehanteerd worden dat kleine herstellingen die niet al te veel geld en moeite kosten door de huurder gedaan moeten worden. Groot onderhoud komt dus voor rekening van de verhuurder. Als de verhuurder ook de kleine en dagelijkse reparaties verricht, mag de verhuurder de kosten hiervan doorberekenen als servicekosten voor de huurder.  

De verdeling die is op te maken uit artikel 7:217 BW geldt niet ten aanzien van schade aan het gehuurde die is ontstaan door een aan de huurder toe te rekenen tekortkoming. Dit staat in artikel 7:218 BW. Op grond van lid 2 van dit artikel komen deze kosten (behoudens brandschade en schade aan de buitenzijde van de gehuurde onroerende zaak) voor rekening van de huurder, tenzij sprake is van overmacht. Ook in het geval van veranderingen en toevoegingen die door de huurder zelf zijn aangebracht, geldt dat de huurder zelf de kosten draagt.

• Servicekosten

De verhuurder kan servicekosten in rekening brengen voor het gebruik van gas, water en elektriciteit, maar ook voor bijvoorbeeld het schoonmaken van gemeenschappelijke ruimten. Als de service door de verhuurder direct te maken heeft met bewoning van de ruimte, heet dat ‘woonservice’. 

• Gemeentelijke lasten

Afhankelijk van je woonplaats kun je als huurder een aantal aanslagen voor gemeentelijke belastingen en heffingen verwachten. De afvalstoffenheffing betreft de kosten die de gemeente maakt voor het regelmatig ophalen en verwerken van huisvuil en het schoonhouden van de stad. In Beuningen is de hoogte van deze heffing €190,- per jaar. Verder voorziet de gemeente via rioolheffing in de kosten voor riolering. In Beuningen is de rioolheffing voor huurders €37,- per jaar. 

• Sleutelgeld

Dit is een bedrag dat de verhuurder aan de nieuwe huurder kan vragen voor de overdracht van de sleutel. Dit kan ook een symbolische sleutel zijn, waarbij het bedrag staat voor de start van de verhuur en toegang tot de woning. Helaas wordt sleutelgeld nog vaak verplicht gesteld, terwijl dit wettelijk niet is toegestaan. Betaal sleutelgeld dus liever niet. Betaalt u toch, vraag dan uitdrukkelijk om een betalingsbewijs. Heeft u wel sleutelgeld betaald, dan kunt u dit via de rechter terugvorderen. 

• Bemiddelingskosten

Het gaat hier om kosten die een bemiddelaar, bijvoorbeeld een makelaar, in rekening brengt voor het bij elkaar brengen van de huurder en de verhuurder. De kosten staan ook wel bekend als administratiekosten of makelaarskosten. Let goed op als deze zijn opgenomen in het contract, in bepaalde gevallen is het vragen van deze kosten namelijk niet toegestaan. Dit is het geval wanneer de bemiddelaar werkt in opdracht van de verhuurder, al dan niet tegen betaling. Worden in dat geval alsnog bemiddelingskosten gevraagd, dan gaat het om het zogeheten ‘dienen van twee heren’, wat niet is toegestaan. Opnieuw geldt dat deze kosten, als zij ondanks het verbod wel gemaakt zijn, via de rechter terug te vorderen zijn. 

• Overnamekosten

Als de verlatende huurder goederen achterlaat in de woning, kunnen deze tegen betaling worden overgenomen door de nieuwe huurder. Hiertoe bent u echter nooit verplicht. Alleen als voorzieningen zijn aangebracht aan de woning die niet zonder schade te maken verwijderd kunnen worden, moeten ze worden overgenomen. Ze zijn dan immers onderdeel geworden van de woning. De kosten daarvoor worden dan ook vaak doorberekend in de huurprijs. 

• Waarborgsom

Veel verhuurders vragen aan het begin van het contract een borgsom die gelijk is aan één maand huur. De verhuurder bepaalt zelf de hoogte van de waarborgsom en is daarbij niet aan een maximum gebonden. Rechters en de Rijksoverheid hanteren echter een waarborgsom van maximaal drie maanden kale huur als een redelijke hoogte. Een bedrag hoger dan drie maanden huur kan worden teruggevraagd. Als er schade is aan de woonruimte op het moment dat u de woning verlaat, kan de verhuurder kosten op de waarborgsom inhouden. Dit mag alleen als u of iemand waarvoor u verantwoordelijk bent de schade heeft veroorzaakt. Indien er geen schade aan de woonruimte is, moet de borgsom worden terugbetaald.

Huurders met een huurcontract voor onbepaalde tijd moeten zich houden aan de opzegtermijn. Deze  is hetzelfde als de betalingstermijn: minimaal 1 maand en maximaal 3 maanden. Meestal geldt een betalingstermijn van 1 maand. Staat in het huurcontract een langere opzegtermijn dan de betalingstermijn? Ook dan hoeft u maximaal 1 betalingstermijn van tevoren op te zeggen. De afgesproken langere opzegtermijn in het huurcontract is ongeldig als u maandelijks betaalt.

Voor huurders met een huurcontract voor een vaste periode gelden andere regels. Huurt u voor bepaalde tijd langer dan 2 jaar een zelfstandige woning? Dan kunt u de huur pas beëindigen wanneer die periode is verstreken. U kunt alleen eerder opzeggen als de verhuurder hiermee akkoord gaat.
Een zelfstandige woning heeft een eigen toegang, eigen keuken en toilet. Voorbeelden hiervan zijn eengezinswoningen, appartementen en galerijflats.

Huurt u voor een vaste periode langer dan 5 jaar een onzelfstandige woning? Dan kunt u de huur pas beëindigen als die periode is verstreken. U kunt alleen eerder opzeggen als de verhuurder hiermee akkoord gaat. Een onzelfstandige woning is bijvoorbeeld een kamer in een studentenhuis.

De huur moet schriftelijk worden opgezegd bij aangetekende brief of exploot. U hoeft in die brief geen reden te noemen voor het opzeggen van de huur.